Als je woont in Utrecht en werkt in Amsterdam en je perse met de auto wilt, dan ben je er altijd zeker van dat je direct mag aansluiten in de file op de A2 en er pas weer uit mag als je bij de gewenste afslag komt.
In eerste instantie vond ik filerijden nog wel aangenaam, omdat je flink kan lachen om je medeweggebruikers. Aangezien onze auto zo'n veilig stalen cocon is geworden, voelen de meeste mensen zich comfortabel en bezigen dan ook flink de gewoonten zoals thuis op de bank, zoals lekker de neus uit grotten, lekker op de korsten van je kop af krabben of de ik-ben-zo-zelfverzekerd-gelaatsuitdrukking oefenen in de achteruitkijkspiegel.
Als je echter anderhalve uur doet over een afstandje van 35km, dan begint dat op een gegeven moment op te breken. Aangezien mijn werkgever de OV-kaart vergoedt, probeerde ik vandaag de trein.